Het nieuwe thema bij de Buurtkabouters is: Rupsje Nooitgenoeg. De eerste week gaat het over de rups die uit het eitje komt. Op de ontdektafel bekijken we de eerste bladzijden van het boek, foto’s van eitjes en rupsen en spelen met gekleurde rijst (de eitjes) en fusili (de rupsen). De rijst wordt op het blad gelegd en de rupsen laten we kruipen.
In de BSO-ruimte spelen we een spel met gekleurde ballen op een groene ronde mat. Dit zijn weer de eitjes en de peuters mogen allemaal een kleur kiezen en neerleggen. Daarna tellen we hoeveel eitjes van elke kleur er zijn. En we laten de eitjes naar elkaar toe rollen door de groep. De peuters helpen daarna om alle eitjes weer te verzamelen. Ook hebben we gekleurde bakjes met bijpassende pincetten en glazen steentjes. De steentjes zijn nu rupsen geworden en die mogen met de pincet op kleur in het goede bakje gedaan worden. Zo zijn we de hele week bezig met de woorden eitjes, rups en de kleuren.
Op de groep hebben we een tekenbord neergezet. Aan de ene kant kan met krijt getekend worden en de andere kant kan papier op vast gemaakt worden. In het boek komt de zon op en de peuters verven met de kleuren rood, geel en oranje zelf een mooie zon.
De tweede week zien we in het boek hoe de rups zich door fruit heen eet. Hierbij komt tellen aan de orde en ook de dagen van de week. Op de muur bij de ontdektafel krijgt de rups nu al het fruit van de dag opgeplakt op het lijf. Eén appel, twee peren, drie pruimen, vier aardbeien en vijf sinaasappels. De peuters tellen mee en leren gelijk dat de dagen van de week namen hebben. Aan de knutseltafel kan met naald en draad een aardbei of appel geregen worden. Dit is heel precies werk om de naald door de kleine gaatjes te krijgen en de draad door te trekken. Iets makkelijker is het rijgen met een dikke veter met gekleurde kralen. We hebben kralen in de vorm van fruit. De peuters laten trots hun geregen kettingen zien.